Noodweer bij poging doodslag
mr. W. Hendrickx, advocaat te Utrecht
Op grond van het vorenstaande is naar het oordeel van de rechtbank sprake geweest van een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding van verdachte. Verdachte werd geslagen en bespoten met pepperspray. Tegen dit onmiddellijke (dreigende) gevaar heeft verdachte zich in redelijkheid moeten en mogen verdedigen. Door een mes te pakken, dit voor zich te houden en vervolgens er mee te gaan zwaaien heeft verdachte, mede gelet op het feit dat hij als ‘kleine man’ tegenover twee andere mannen, waaronder een grote man, stond, geen disproportioneel geweld gebruikt.
Verdachte zal dan ook worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Ten aanzien van het standpunt van de officier van justitie dat ‘noodweer op noodweer’ niet kan, overweegt de rechtbank dat naar het oordeel van de rechtbank aan [slachtoffer] geen beroep op noodweer toekomt. Weliswaar was verdachte irritant volhardend in zijn poging om in contact te komen met zijn ex-vriendin en mocht hij de afgesloten achtertuin niet betreden, maar bij het verdachte weren uit de achtertuin van [ex verdachte], heeft [slachtoffer] de eis van proportionaliteit overschreden
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBUTR:2012:BW8621
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!